zeeboer
- zee·boer
- samenstelling van zee zn en boer zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeeboer | zeeboeren |
verkleinwoord |
de zeeboer m
- persoon die werkt op een zeeboerderij waar men vissen, schelpdieren of zeegroentes kweekt
- Het woord zeeboer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.