Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·boer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeboer zeeboeren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeeboerm

  1. persoon die werkt op een zeeboerderij waar men vissen, schelpdieren of zeegroentes kweekt

Gangbaarheid

Meer informatie