zedenverwildering

  • ze·den·ver·wil·de·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord zedenverwildering zedenverwilderingen
verkleinwoord - -

de zedenverwilderingv

  1. de teloorgang van algemeen aanvaarde normen en waarden, met name op seksueel gebied
    • De langdurige oorlog bracht een grote zedenverwildering met zich mee.