zaten voor
- Geluid: zaten voor (hulp, bestand)
- IPA: / ˈzatə(n) ˈvor / (3 lettergrepen)
- za·ten voor
vervoeging van |
---|
voorzitten |
zaten (…) voor
- meervoud verleden tijd van voorzitten
- Wij zaten voor.
- Jullie zaten voor.
- Zij zaten voor.
- Wij zaten voor.
- Het woord zaten voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.