Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zap·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zapcultuur zapculturen
verkleinwoord zapcultuurtje zapcultuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de zapcultuurv

  1. een cultuur waar het gebruikelijk is steeds weer te wisselen van item waar de aandacht op wordt gelegd.
    • We leven in een zapcultuur. 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be