Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zan·gers·cast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zangerscast zangerscasts
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zangerscastm

  1. het geheel van zangers dat bijdraagt tot een productie
    • Reden voor dit initiatief was de briljante zangerscast en het schitterende orkestspel onder Haenchen. 

Gangbaarheid