zandhaas
- zand·haas
- samenstelling van zand en haas [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zandhaas | zandhazen |
verkleinwoord | zandhaasje | zandhaasjes |
de zandhaas m
- een spotnaam voor een soldaat in het landleger (iemand die als een haas in het zand rondspringt)
- Ik ga liever naar zee dan een zandhaas te worden.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zandhaas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.