• zand·haas
enkelvoud meervoud
naamwoord zandhaas zandhazen
verkleinwoord zandhaasje zandhaasjes

de zandhaasm

  1. een spotnaam voor een soldaat in het landleger (iemand die als een haas in het zand rondspringt)
    • Ik ga liever naar zee dan een zandhaas te worden.