zaligspreking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- za·lig·spre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaligspreking | zaligsprekingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de zaligspreking v
- (religie) (christelijk) een van de uitspraken van Jezus zoals weergegeven in Mattheüs 5
- De dominee predikte deze zondag over de zaligsprekingen.
Gangbaarheid
- Het woord zaligspreking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.