zakspin
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zak·spin
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zak zn en spin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakspin | zakspinnen |
verkleinwoord | zakspinnetje | zakspinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (spinachtigen) spin behorende tot de familie struikzakspinnen (Clubionidae ) of bodemzakspinnen (Liocranidae )
- Zakspinnen sluipen 's nachts rond op zoek naar prooi en zitten overdag in hun zelfgesponnen schuilplaats.
Hyperoniemen
Hyponiemen
struikzakspinnen
|
Gangbaarheid
- Het woord zakspin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zakspin" herkend door:
26 % | van de Nederlanders; |
32 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be