zaathout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zaat·hout
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaathout | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het zaathout o
- een versterking in de bodem van het schip waarop de mast staat
- Het zaathout is zeer stevig, omdat het de mast moet dragen.
Gangbaarheid
- Het woord 'zaathout' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zaathout" herkend door:
6 % | van de Nederlanders; |
9 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ zaathout op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be