Nederlands

 
Aucklandzaagbek (Illustratie van John Gerrard Keulemans uit: Buller, W. L., Supplement to Birds of NZ, 1905.)
Uitspraak
Woordafbreking
  • zaag·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zaagbek zaagbekken
verkleinwoord zaagbekje zaagbekjes

Zelfstandig naamwoord

de zaagbekm

  1. (eendvogels) Mergus   één van een aantal eendensoorten uit het geslacht Mergus die voornamelijk vis eten en een gekartelde snavelrand bezitten.
    • 's Winters zijn zaagbekken vaak in Nederland te zien. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

75 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be