zaaddoos
- zaad·doos
- samenstelling van zaad en doos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zaaddoos | zaaddozen |
verkleinwoord | zaaddoosje | zaaddoosjes |
de zaaddoos v
- (plantkunde) een doosvrucht die gevormd is uit meerdere vruchtbladen
- De zaaddoos brak open en de zaden vielen op de grond.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zaaddoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.