• wrok·kig
  • afleiding van wrok met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen wrokkig wrokkiger wrokkigst
verbogen wrokkige wrokkigere wrokkigste
partitief wrokkigs wrokkigers -

wrokkig

  1. blijvend boos
    • De wrokkige man kon niet verkroppen dat hij nu eenmaal geen gelijk had gekregen bij de rechter. 
85 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be