Toch kwamen de hoofdpersonen voor zijn boeken tot het eind van zijn leven uit het gewone volk. Zijn hart lag bij de wroeter, de zeebonk, de oliestoker. Zonder uitzondering rechtschapen, ondernemend en gelovig. Stoere christenstrijders, voorwaarts trekkend met de vaste overtuiging: ”Al zweept de storm ons voort, wij hebben ’s Vaders Zoon aan boord.” [2]
De bakermat van de karakterrenners zorgde gisteren echter niet voor een epische strijd. De rit eindigde in een massasprint, de Duitser André Greipel won. Een machtsrenner, prima mentaliteit, maar helaas geen Brabantse wroeter. [3]
een zeer bewegelijk persoon
Die van mij zijn vijf en drie, en ik vind het fantastisch om voor ik in bed kruip nog eens te gaan kijken. De ene is een wroeter, de andere ligt een hele nacht in dezelfde positie, en het is voor mij een onbetaalbaar moment van vaderschap om hun stille adem te horen en te beseffen dat ik hen heb gemaakt. [4]
iemand die iets grondig bestudeert
Romantische wroeters en zoekers kunnen nog altijd hun hart ophalen aan de poëzie van Piet Paaltjens (pseudoniem van François Haverschmidt, 1835-1894). Dit jaar is het precies 150 jaar geleden dat Snikken en grimlachjes verscheen, Paaltjens’ beroemdste bundel. [5]
iemand die de grond omwoelt
Elke is er klaar voor, ‘den hof’ ook, nu nog een ervaren wroeter vinden. ‘Het lijkt me fijn om kennis te delen en af en toe met je handen in de aarde te zitten – ik word daar heel rustig van. En geef toe: het is leuk om nieuwe mensen te leren kennen in je eigen tuin.’ [6]