wroeten
- wroe·ten
- In de betekenis van ‘woelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wroeten |
wroette |
gewroet |
zwak -t | volledig |
wroeten
- inergatief de grond omwoelen op zoek naar iets
- Hij wroette in de modder om zijn verloren ring terug te vinden.
- Het woord wroeten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wroeten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "wroeten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be