• wrijf·lap
enkelvoud meervoud
naamwoord wrijflap wrijflappen
verkleinwoord wrijflapje wrijflapjes

de wrijflapm

  1. een doek waarmee men hout kan opwrijven zodat het weer glimt
    • Op dit vroege morgenuur wordt 's Ministers vertrek gelucht, houdt de hand van schoonmaaksters er huis en ontwijden wrijflap en ragebol de bureaucratische indrukwekkendheid van het door Thorbecke befaamd geworden ‘Torentje.’ [2] 
80 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]