woonde scheef
- Geluid: woonde scheef (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwondə ˈsxef / (3 lettergrepen)
- woon·de scheef
- uit woonde (werkwoord) en scheef (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
vervoeging van |
---|
scheefwonen |
woonde (…) scheef
- enkelvoud verleden tijd van scheefwonen
- Ik woonde scheef.
- Jij woonde scheef.
- Hij, zij, het woonde scheef.
- Ik woonde scheef.
- Het woord woonde scheef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.