• woon scheef
vervoeging van
scheefwonen

woon (…) scheef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen
    • Ik woon scheef. 
  2. gebiedende wijs van scheefwonen
    • Woon scheef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scheefwonen
    • Woon je scheef?