wondervinnigen
- (IPA in voorbereiding)
- won·der·vin·ni·gen
- wondervinnige zn met de uitgang -n
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wondervinnigen | |
verkleinwoord |
de wondervinnigen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wondervinnige
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Mirapinnidae van straalvinnige vissen uit de orde van walviskopvissen (Cetomimiformes )
- Het woord 'wondervinnigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.