wolfsmelknetwants

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wolfs·melk·net·wants
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wolfsmelknetwants wolfsmelknetwantsen
verkleinwoord wolfsmelknetwantsje wolfsmelknetwantsjes

Zelfstandig naamwoord

de wolfsmelknetwantsv / m

  1. (halfvleugeligen) Oncochila simplex   een wants die behorend tot netwantsen. Hij komt voor op wolfsmelk en het meest op cipreswolfsmelk en minder vaak op heksenwolfsmelk. Imago's komen het hele jaar voor en het meest tussen mei en september
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie