Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·ma·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witmaker witmakers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

witmaker m [1]

  1. fluorescerende chemische stof en wordt gebruikt om materialen witter te maken
    • Het kan geen mens-met-uv-lamp ontgaan dat modern papier fluoresceert als een gek en dat ook kleding dat doet. Het is de stille kracht van de ‘optische witmakers’ die sinds de jaren zestig worden toegepast. Witmakers, zegt Wikipedia, zijn vaak stilbeen-derivaten, ze absorberen straling van 340 tot 370 nanometer en zenden die bij 420 tot 470 nanometer, dus in het blauw, weer uit. Zo kunnen ze vergeling maskeren. [2] 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen