Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·keel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witkeel witkelen
verkleinwoord witkeeltje witkeeltjes

Zelfstandig naamwoord

de witkeelv / m

  1. dier met een witte keel
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid