wisten af
- wis·ten af
vervoeging van |
---|
afweten |
wisten af
- meervoud verleden tijd van afweten
- Wij wisten af.
- Jullie wisten af.
- Zij wisten af.
- Wij wisten af.
vervoeging van |
---|
afwissen |
wisten af
- meervoud verleden tijd van afwissen
- Wij wisten af.
- Jullie wisten af.
- Zij wisten af.
- Wij wisten af.
- Het woord wisten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.