Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • win·ter·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - winterkosten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

winterkosten

  1. uitgaven die bij de koudste deel van het jaar horen
     Calvin had persoonlijk op deze maatregel aangedrongen bij de Raad, omdat hem was gebleken dat sommige predikanten de grootste moeite hadden om de winterkosten te betalen.[1]
     Strenge en zachte winters wisselen elkaar af. Voor winterkosten hebben de gemeenten posten op hun begroting. We zitten nu voor de situatie dat we 15 jaar geen strenge winter hebben gehad. Het zou best eens kunnen dat de gemeenten het voor de winter bestemde geld op een andere manier hebben uitgegeven.[2]
      Het woord „winterrisico" in de polis slaat op de winterkosten, waarvan de beursconditiën spreken, welke conditiën ook voor deze verzekering toepasselijk zijn en verwijzen naar de omschrijving in de Duitsche wet op de binnenscheepvaart.[3]

Zelfstandig naamwoord

de winterkostenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord winterkost
     Ook zijn er verschillende winterkosten te koop zoals erwtensoep, boerenkool en hutspot.[4]
      Dit surrogaat voldoet zeer goed bij het braden van vleesch en het bereiden van verschillende groenten, vooral van winterkosten.[5]
      Van dit onderwys zal een gedeelte bestaan in de weetenschap om alles op zyn tyd te schaffen, en dus het recht vermaak te hebben van 't gene in elken tyd van 't jaar, door de Voorzienigheid aan de menschen geschonken word; ten einde nooit in den zomer winterkosten op tafel gebracht worden, enz. enz. enz.[6]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Heilig vuur”, e-book naar 2e druk (2012; origineel september 2009), Mozaïek, Utrecht, ISBN 9789023916765, hfst. De kunst van het zwijgen
  2.   Weblink bron
    H.E. Koning (geciteerd)
    Noorden en Oosten in conflict met Rijk 'Alleen gemeenten in rode cijfers mogen rekenen op vergoeding winterschade' in: Nieuwsblad van het Noorden  , jrg. 92 nr. 75 (29 maart 1979), Nieuwenhuis, Groningen, p. 4 kol. 1
  3.   Weblink bron
    Völlmar, H.F.A.
    “Wetboek van Koophandel, rechtspraak, literatuur en korte aanteekeningen”, 4e druk, 5e stuk, boek 2 (1937), Belinfante /

    Sijthoff, 's-Gravenhage / Leiden, p. 410 art. 687

  4.   Weblink bron “Wintermarkt in Werkendam” (3 november 2016) op bd.nl
  5.   Weblink bron
    E.C.H. Van Reijn Snoeck
    Attesten der kookscholen : Haagsche kookschool. (20 februari 1900) in: Vanden Bergh's Vitello : Eene opdracht (1901), Vanden Bergh
  6.   Weblink bron
    Chalmot, J.A. de
    “Vervolg op M. Noël Chomel. Algemeen huishoudelyk-, natuur-, zedekundig- en konstwoordenboek […]. Zynde het VIII.(-XVI.) deel van het woordenboek. Deel 6.” (1791), Chalmot, Jacques Alexandre, Kampen / Yntema, Jacob Amsterdam, p. 4423 kol. 2