wilt
Nederlands
Uitspraak
Naar frequentie | 160 |
---|
Woordafbreking
- wilt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
willen |
wilt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willen
- Jij wilt.
- ▸ Het is nooit te laat om aan jezelf te werken en het blijft altijd een keuze of je knorrig of vrolijk door het leven wilt gaan.[1]
- tweede persoon gij-vorm tegenwoordige tijd van willen
- Gij wilt.
- (Limburg) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van willen
- Hij wilt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van willen
- Wilt!
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers