Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wild·be·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wildbestand wildbestanden
verkleinwoord wildbestandje wildbestandjes

Zelfstandig naamwoord

het wildbestando

  1. omvang en variatie van het wild in een gebied
  2. bestand met gegevens over wild op een informatiesysteem
    • in het wildbestand worden per diersoort de geschatte aantallen bijgehouden 

Gangbaarheid