wijnland
  • wijn·land
enkelvoud meervoud
naamwoord wijnland wijnlanden
verkleinwoord wijnlandje wijnlandjes

het wijnlando

  1. land waar men veel wijngaarden heeft
    • Nederland staat niet bekend als wijnland. Frankrijk en Portugal schieten eerder te binnen. Clichébeelden met wijnbassins vol blootsvoets stampende dorpelingen incluis. [2] 
    • Ik kwam op Zuid-Afrika vanwege de prachtige natuur en omdat barbecuen sterk verweven zit in de cultuur. Daarnaast is het een mooi wijnland en uit ervaring weet ik: landen met fantastische wijn hebben doorgaans een even fantastische eetcultuur. [3] 
  2. de wereld van de wijn en de wijnboeren
    • Het tweetal ontkurkt zes flessen, waarvan de helft van Italiaanse makelaardij en keurig verdeeld in drie rood (marselan, aglianico, frappato) en drie wit (grillo, grüner veltliner, silvaner). Sommige zijn bekroond, andere niet. "Maar een medaille winnen in wijnland is net zo gemakkelijk als een Sheriffster kopen bij Bart Smit", verzucht Harold. In zijn Grote Hamersma zijn alle zes met een ruime voldoende beloond. [4] 
90 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]