een in 1977 ingevoerde vorm van openbaar vervoer, waarmee dunbevolkte gebieden of wijken volgens vaste route en dienstregeling verbonden worden meestal via een uurs- of twee-uursdienst
Voor veel bewoners van de service- en verzorgingshuizen in Ommoord en Het Lage Land is de wijkbus de enige verbinding met de buitenwereld. De Burcht, De Schutse, Anatole France, Zernike en de andere elf tehuizen bieden onderdak aan vierduizend mensen, onder wie (in 1990) circa achthonderd personen van 85 jaar en ouder. [1]
“Sinds de start van ons wijkbus-project in Amsterdam-Zuidoost werken wij met twee vervangend-dienstplichtigen”, zegt A. Vink van de Amsterdamse stichting dienstverlening bejaarden. Voor haar zijn de gewetensbezwaarden "de spil' van het bedrijf. Ze werken de hele week, terwijl de andere medewerkers van de wijkbus voor 55-plussers vrijwilligers zijn, die meestal maar een paar uur achter het stuur zitten. [2]
Willem Willems was veertig jaar loodgieter toen zijn baas vond dat het niet meer ging. Zelf had hij nergens last van, maar het scheen dat hij liep te zwalken over het dak. Hij werd chauffeur op de wijkbus voor bejaarden, in Transvaal, Den Haag, en ja, hoe ging dat. [3]