wijfjesvos
- Geluid: wijfjesvos (hulp, bestand)
- wijf·jes·vos
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wijfjesvos | wijfjesvossen |
verkleinwoord |
- vrouwelijke vos
- (figuurlijk) sluwe vrouw
- ▸ Hij vergeleek dikwijls onze „wijfjesvos" met zijn „lam", tot nadeel van de eerstgenoemde natuurlijk, en dat deed hij om mij in een goede stemming te brengen.[2]
- Het woord 'wijfjesvos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885