• wii·en
  • afgeleid van de Engelse merknaam Wii  , een woordspeling op we "wij", waarbij de i's weer als grafische verbeelding van twee spelers bedoeld zijn, gevormd met met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wiiën
wiide
gewiid
zwak -d volledig

wiiën

  1. met een Wii-spelcomputer gamen