westelijken
- Geluid: westelijken (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɛstələkə(n) / (4 lettergrepen)
- wes·te·lij·ken
westelijken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
westelijken |
westelijkte |
gewestelijkt |
zwak -t | volledig |
- gaan waaien vanuit de richting waar de zon ondergaat, naar het westen draaien (van wind)
- De wind begint te westelijken. [2]
- Het woord westelijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lennep, J. vanZeemans-woordenboek. (1856) Gebroeders Binger, Amsterdam; p. 262; geraadpleegd 2019-02-08