Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·reis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldreis wereldreizen
verkleinwoord wereldreisje wereldreisjes

Zelfstandig naamwoord

de wereldreisv / m

  1. een hele lange, intercontinentale reis ook in de figuurlijke, spottende zin
    • Een reis naar Zwolle is moeilijk een wereldreis te noemen vanuit Almelo. 
    • Na zijn pensionering maakte hij een hele wereldreis. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be