Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·re·ge·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldregering wereldregeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wereldregeringv [1]

  1. een overheid die gezag over de hele wereld heeft
     Daarom was de minste of geringste overtreding tegen enige Duitser een actie tegen de verordineerde wereldregering en geen straf kon te streng zijn.[2]
     De bewuste theorie wordt op Twitter beschreven door een andere gebruiker en wordt door Baudet overgenomen met de kwalificatie "mooi". In het bericht wordt onder meer gerept over "de heren van de Kaballah" (een vorm van joodse spiritualiteit, red.) die de droom zouden hebben om "een wereldregering op te bouwen".[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Polen : roman over de strijd van het Poolse volk door de eeuwen heen” (1984), Van Holkema & Warendorf  , ISBN 9026978073
  3.   Weblink bron “Antisemitismebestrijder: Baudet verspreidt oude antisemitische complottheorie” (Vrijdag 22 juli 2022, 20:37), NOS