Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·reld·re·cord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wereldrecord wereldrecords
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wereldrecord o [1] [2]

  1. record dat door niets of niemand anders in de hele wereld is geëvenaard
    • De Airbus Perlan II vestigde een nieuw wereldrecord voor zweefvliegen op de grootste hoogte.[3] 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen