wereldling
- Geluid: wereldling (hulp, bestand)
- we·reld·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wereldling | wereldlingen |
verkleinwoord |
de wereldling m
- zwakke, nietige bewoner van de planeet aarde
- persoon die al te gehecht is aan aardse zaken
- Het woord 'wereldling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.