wellen
- wel·len
- In de betekenis van ‘laten koken, verhitten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1476 [1]
- In de betekenis van ‘opborrelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1350 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wellen |
welde |
geweld |
zwak -d | volledig |
wellen
- iets in water leggen om het zachter te maken
- Nu die aardappels geweld zijn, zijn ze makkelijker te schrappen.
- een vloeistof tot even onder het kookpunt verhitten, bijna laten koken
de wellen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wel
- Het woord wellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wellen" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "wellen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be