wegfietsen
- Geluid: wegfietsen (hulp, bestand)
- weg·fiet·sen
- samenstelling van weg en fietsen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
wegfietsen |
fietste weg |
weggefietst |
zwak -t | volledig |
wegfietsen [2]
- onovergankelijk zich op de fiets verwijderen
de wegfietsen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord wegfiets
- Het woord wegfietsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.