• weg·fiets
enkelvoud meervoud
naamwoord wegfiets wegfietsen
verkleinwoord wegfietsje wegfietsjes

de wegfietsv / m

  1. fiets geschikt voor wegwedstrijden
vervoeging van
wegfietsen

wegfiets

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegfietsen
    • ... dat ik wegfiets.