Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·com·mis·sa·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegcommissaris wegcommissarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wegcommissarism

  1. (sport) persoon die het toezicht heeft bij wegwedstrijden

Gangbaarheid