weeszondag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: weeszondag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- wees·zon·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wees en zondag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weeszondag | weeszondagen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de weeszondag m
Bijwoord
weeszondag
- (religie) zondag tussen Hemelvaartsdag en Pinksteren
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'weeszondag' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.