wedstrijdkalender
![]() |
[[afbeelding: |thumb|]]
- wed·strijd·ka·len·der
- samenstelling van wedstrijd zn en kalender zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wedstrijdkalender | wedstrijdkalenders |
verkleinwoord |
-
- ▸ De wedstrijdkalender puilde uit van de wedstrijden op natuurijs.[2]
1.
- Het woord wedstrijdkalender staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jessica Merkens“Op eigen houtje” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026360930