waskeuken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- was·keu·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van was ww en keuken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waskeuken | waskeukens |
verkleinwoord | waskeukentje | waskeukentjes |
Zelfstandig naamwoord
- een wasruimte aangebouwd aan de eigenlijke keuken
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'waskeuken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.