wanna

Latijn

Woordafbreking

• wan·na

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Germaans.

Zelfstandig naamwoord

wanna v

1. (Middeleeuws Latijn) een grote mand van wilgentwijgen

Verbuiging

	enkelvoud	meervoud
nominatief	wanna	wannae
genitief	wannae	wannārum
datief	wannae	wannīs
accusatief	wannam	wannās
ablatief	wannā	wannīs
vocatief	wanna	wannae

Minions wtaal