waartussenuit
- waar·tus·sen·uit
- samenstelling van waar en tussenuit
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | tussenuit | |
persoonlijk | ertussenuit | |
aanwijz. | nabij | hiertussenuit |
veraf | daartussenuit | |
vragend/betrekk. | waartussenuit |
(scheidbaar)
waartussenuit
- vragend: tussen+wat+uit?:
- De olie droop waartussenuit?
- Waar droop de olie tussenuit?
- betrekkelijk: tussen+welke+uit:
- Dit zijn de platen waartussenuit de olie gedropen is.
- Ik weet niet waar de olie tussenuit gedropen is
- Het woord 'waartussenuit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.