waarover
- waar·over
- samenstelling van waar en over
vnw. bijw. | ||
---|---|---|
voorzetselbijwoord | over | |
persoonlijk | erover | |
aanwijz. | nabij | hierover |
veraf | daarover | |
vragend/betrekk. | waarover |
(scheidbaar)
waarover
- vragend over wat?, over welk?
- Waarover heeft hij het eigenlijk?
- betrekkelijk over wat, over hetwelk, dewelke
- Dit is de renteverhoging waarover hij het alsmaar had.
- ▸ Al mijn energie richtte zich op een bepaalde vraag waarover ik uren kon blijven nadenken om vervolgens een helder antwoord voor mezelf te formuleren.[1]
- Het woord waarover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "waarover" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be