• waar·je·gens
  vnw. bijw.
  voorzetselbijwoord     jegens  
 persoonlijk     erjegens  
aanwijz.   nabij     hierjegens  
  veraf     daarjegens  
  vragend/betrekk.     waarjegens  

waarjegens

  1. (verouderd) vervangt *jegens wat, jegens welke: ten aanzien van welke zaak
    • Waarjegens den Debatant weder schrijft by contrasolutie: en vorder den Rendant (is 't nood) by supercontrasolutien ... [1] 
  1. Praxis judiciaria
    Gerard van Wassenaar 1729