• waard·plant
enkelvoud meervoud
naamwoord waardplant waardplanten
verkleinwoord waardplantje waardplantjes

de waardplantv / m [1]

  1. (plantkunde) plant waarop een parasiet groeit
  2. (plantkunde) plant waarop insecten hun eieren leggen
     Ook slangenkruid is erg nuttig is dit type geveltuin, en dat is niet vanwege de dierennaam. Vlinders en motten gebruiken het als waardplant, wat inhoudt dat het hier zijn eitjes op legt. Andere voorbeelden van planten die goed zijn voor de biodiversiteit zijn wilde marjolein en kaasjeskruid.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Marel Holtermans
    “Geveltuin aanleggen in Deventer: dit moet je weten” (12-04-2023), Tubantia