Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waar·borg·som
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waarborgsom waarborgsommen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

waarborgsom v/m [1]

  1. een geldbedrag dat tijdelijk gegeven wordt als onderpand voor het geval men een verplichting niet na kan komen
    • De Woonbond herkent de misstanden in de huursector, zoals te hoge huren, het niet terugbetalen van waarborgsommen en woningzoekenden die worden opgelicht. De bond pleit daarom voor het instellen van een zogenoemde ’huurpolitie’, die onderzoek doet en ook boetes en dwangsommen kan opleggen.[2] 
    • Via de website van het bedrijf kunnen mensen een particuliere auto huren of verhuren. De ondernemers hebben er een juridisch en praktisch raamwerk omheen ’getimmerd’ zodat autobezitters niet hoeven te vrezen dat ze met schade blijven zitten. „Huurders betalen een waarborgsom en daarnaast hebben we een verzekering. Net zoals bij Airbnb worden alle huurders en verhuurders gescreend”, zegt Brokmann. Hij richt zich onder meer op de grote toeristensector.[3] 
    • Een lage kredietscore kan bijvoorbeeld betekenen dat consumenten een hoge waarborgsom moeten betalen, voordat zij de dienst kunnen afnemen, of geweigerd worden als klant.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 09 dec. 2017
  3. de Telegraaf PIETER VAN ERVEN DORENS 09 nov. 2017
  4. de Telegraaf 15 mei 2017