Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waai·er·staart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waaierstaart waaierstaarten
verkleinwoord waaierstaartje waaierstaartjes

Zelfstandig naamwoord

de waaierstaartm [1]

  1. (zoötomie) dier (vogel) met een staart als een waaier in het bijzonder:
  2. (zangvogels) een vogelsoort uit de familie van waaierstaarten (Rhipiduridae  )
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen