• vrouw·tjes·dier
enkelvoud meervoud
naamwoord vrouwtjesdier vrouwtjesdieren
verkleinwoord

het vrouwtjesdiero

  1. vrouwelijk dier
     Tenslotte was ze even sluw als een vos, en het vrouwtjesdier van deze soort is geslepener dan het mannetje.[1]
     Op 20 september werd ze voor het eerst gezien op een zandplaat bij Schiermonnikoog. Toen bleek dat het om een vrouwtjesdier ging en dat ze ook al gespot was bij Denemarken en Duitsland. Ze is dus afgezakt van het Poolgebied naar Nederland.[2]
     Het vrouwtjesdier was in 1936 door een stroper gevangen en verkocht aan de dierentuin in dezelfde stad. "De verkoop werd niet geregistreerd, omdat het zetten van strikken toen verboden was en de stroper een boete had kunnen krijgen. Het dier leefde nog een paar maanden en werd daarna overgebracht naar het museum in Hobart", zegt een van de onderzoekers die de resten wisten op te sporen.[3]


  1. Victoria Holt
    “In de schaduw van de troon” (1978), Saga, ISBN 9788726484885
  2.   Weblink bron “Walrus duikt weer op, nu op Terschelling” (dinsdag 12 oktober 2021, 12:07), NOS
  3.   Weblink bron “Resten laatste Tasmaanse tijger gevonden in Australische museumkast” (maandag 5 december 2022, 09:32), NOS