vrouwtje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrouw·tje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | vrouwtje | vrouwtjes |
Zelfstandig naamwoord
vrouwtje v dim. tant.
- dier van het vrouwelijk geslacht
- bazin van een huisdier
- contrastekker
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
het vrouwtje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord vrouw
Gangbaarheid
- Het woord vrouwtje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vrouwtje" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be